Milaan-San Remo 2023 of het belang van de anaerobe energiereserve.

Frank Vandewiele

 

De analyses van Charles Dauwe D.Sc. van verschillende voorgaande edities van Milaan-San Remo tonen duidelijk dat de kopmannen de eerste vijf uur wedstrijd niet of nauwelijks in het rood gaan of om het iets wetenschappelijker uit te drukken: hun anaerobe energiereserve blijft nagenoeg intact. Het is meestal pas bij het oprijden van de Cipressa – met nog minder dan 30 km te gaan – dat ze diep in hun reserves tasten en dat het beheren van die reserve zal beslissen over winst of verlies. Matthieu van der Poel vatte het voor de start dan ook perfect samen: “Milaan-San Remo is zo lastig om te winnen net omdat het niet lastig genoeg is”.

Op de top van de Cipressa werden zijn woorden bewaarheid. Zelfs na bijna 300 km wedstrijd kon ook de voorlaatste helling het kaf van het koren niet scheiden waardoor het mogelijk was dat heel wat outsiders met goede benen de topfavorieten zouden kunnen verschalken en met de overwinning aan de haal gaan. Het was Pogacar zelf die op de Poggio orde op zaken stelde. Hij liet Tim Wellens het tempo opdrijven en haalde toen zo hard uit dat alleen van Aert, Ganna en van der Poel konden volgen. Het doek was gevallen: zij zouden met hun vieren uitmaken wie op het hoogste schavotje zou staan.

Laat ons de finale even vanuit wetenschappelijk oogpunt bekijken. De prestatie die deze mannen op de Poggio leveren, komt in belangrijke mate van het anaerobe systeem. Kenmerkend is het enorme vermogen dat hiermee kan ontwikkeld worden doch ook de vrij kleine capaciteit van het systeem. Keihard fietsen dus maar niet lang vol te houden. Nog een belangrijk kenmerk is dat dit systeem in staat is zichzelf vrij snel terug aan te vullen. Hiervoor moet het vermogen echter onder een bepaalde drempel terugvallen wat in volle beklimming en in het heetst van de strijd nagenoeg onmogelijk is. De kunst is dus die anaerobe reserve zo goed mogelijk te beheren.

Ondanks we de anaerobe energiereserve van deze toppers niet kennen – en omdat we de vermogenswaarden die op Strava en andere platformen verschijnen steeds met een korrel zout beoordelen – kunnen we er toch van uitgaan dat hun waarden heel dicht bij elkaar liggen en dat ook hun graad van vermoeidheid op het einde van de wedstrijd goed te vergelijken is. Eén belangrijk verschil misschien: van der Poel heeft al meermaals blijk gegeven explosiever te zijn dan zijn concurrenten. Dat wil zeggen dat hij in staat is eenzelfde hoeveelheid anaerobe energie sneller op te gebruiken. Deze eigenschap laat hem toe “een gat” te slaan.

Matthieu heeft echter in het verleden al meermaals blijk gegeven “niet zo verstandig” met zijn energie om te gaan maar vorige zaterdag ontpopte hij zich als een meester tacticus.

·      Pogacar valt als eerste aan maar kan het verschil niet maken. Ganna, van der Poel en van Aert volgen al lijkt het bij deze laatste meer energie te kosten. Pogacar maakt de fout op kop te blijven sleuren en moet daarom eigenlijk te diep in zijn reserves gaan. Matthieu volgt in het wiel en moet dus relatief minder arbeid verrichten. (foto1)

Foto 1: Pogacar blijft maar doorgaan …

·      Matthieu wacht het moment af waarop zijn medevluchters de uitputting naderen vooraleer zijn sterkste wapen in te zetten. Zijn explosie zorgt ervoor dat Pogacar zijn laatste beetje energie moet gebruiken om de schade te beperken terwijl van Aert extra pijlen moet verschieten om de aansluiting met Pogacar en Ganna te bewerkstelligen (foto 2).

Foto 2: Zowel Pogacar, Ganna als van Aert worden gedwongen veel energie te gebruiken in de achtervolging.

·      De afdaling laat iedereen weliswaar toe de anaerobe reserve terug aan te vullen maar het is de behendigheid van van der Poel die doorslaggevend is en ervoor zorgt dat zijn belagers niet dichter komen.

·      In de laatste kilometers hebben we een 1 tegen 3 situatie waardoor het theoretisch mogelijk moet zijn om te hergroeperen. Waarom dit niet gebeurt, weten we niet. Was de anaerobe reserve van de drie achtervolgers onvoldoende aangevuld of wilde niet iedereen voluit gaan in de achtervolging?

 Besluit: van der Poel wint in eerste instantie door een combinatie van 2 zaken:

1.     Hij beheert zijn anaerobe energie op perfecte wijze.

2.     Hij is in staat om die reserve explosiever dan zijn tegenstanders in te zetten.

Previous
Previous

Trainingspraktijk deel 1: HOE JE EEN UITERST EFFECTIEVE INTERVALTRAINING SAMENSTELT

Next
Next

The sprint between van Aert and van der Poel